We leren woorden met de drietekenklanken aai, ooi en oei.
We leren woorden, waar de r in verstopt zit: schrift, strik, korst.
We leren woorden met twee lettergrepen: bakker, vijver.
We leren woorden met voorvoegsels: gebak, verschil, beslag.
Begrijpend lezen: we leren wat verwijswoorden zijn en we leren zinnen op volgorde te zetten.
We leren een woordweb te gebruiken.
Kern 9 gaat over proefjes doen en gereedschappen en elektriciteit.